Op 16 oktober was ik al naar Black Phone 2 geweest, toch vond ik het alsnog wel waard om een goede recensie over deze
Recensie (Rob):
Gisteren (26 oktober 2025) bezocht ik het Pathé Festival in Eindhoven, waar ik in één dag vier films zag die allemaal pas later officieel in de bioscoop verschijnen. De laatste titel van die lange, maar toffe filmmarathon was The Smashing Machine. Mijn concentratie was niet meer haar scherp, maar de nieuwsgierigheid bleef aanwezig. De dag begon met een tegenvaller (It was just an accident), maar film twee (Eternity) en drie (Nuremberg) maakten dat ruimschoots goed. Ik was dus benieuwd of deze slotfilm dat niveau kon overtreffen, maar had het gevoel van niet. Ironisch genoeg was The Smashing Machine vooraf juist één van de titels waar ik het meest naar uitkeek.

Ik wist niet precies wat ik moest verwachten, maar dacht aan iets in de trant van The Iron Claw, gecombineerd met de stijl en sfeer van The Apprentice (vooral visueel).
Dwayne “The Rock” Johnson, een van de grootste filmsterren van dit moment, speelt de hoofdrol. De afgelopen jaren was hij niet weg te slaan uit de bioscoop, maar de vraag is of hij in The Smashing Machine ook echt weet te verrassen.
Eind jaren ’90 is Mark Kerr (Johnson) een rijzende ster in de wereld van de opkomende UFC, waar hij als ‘The Smashing Machine’ zijn tegenstanders met brute kracht domineert. Maar buiten de ring voert hij een minstens zo zwaar gevecht met verslaving, innerlijke onrust en zijn gecompliceerde relatie met zijn geliefde Dawn (Emily Blunt). Terwijl zijn carrière op het hoogtepunt lijkt, dreigt Kerr te bezwijken onder de tol van zijn eigen kracht.
Dwayne Johnson staat bekend om zijn veilige keuze voor grote actiefilms als Rampage, Skyscraper en San Andreas. Filmrollen waarin hij vooral zijn fysieke aanwezigheid benut, maar zelden echt iets nieuws laat zien. Juist daarom voelt The Smashing Machine als een bewuste poging om zijn imago open te breken. Hier krijgt hij eindelijk de kans om zich van een andere kant te laten zien: breekbaar, intens en menselijk. En dat pakt verrassend goed uit. Johnson weet de innerlijke strijd van Mark Kerr overtuigend over te brengen en levert misschien wel zijn meest oprechte acteerprestatie tot nu toe. De metamorfose wordt bovendien versterkt door de indrukwekkende make-up en protheses, die hem haast onherkenbaar maken. Emily Blunt vult hem uitstekend aan als de complexe en ongrijpbare Dawn, en ook de rest van de cast draagt bij aan het sterke geheel.

Toch vond ik het begin van de film wat vlak en voorspelbaar. De film volgt in grote lijnen het bekende sportdrama-patroon met conflicten, verslaving, herstel, en weer nieuwe conflicten. Het is niet slecht gedaan, maar voelt in de eerste helft vooral als een herhaling van zetten: ruzie, verzoening, nieuwe ruzie. In het begin raakte het verhaal me nauwelijks. Ondanks het bekende sportdrama voelt de eerste helft vrij vlak en afstandelijk. Pas wanneer Kerr met Dawn de kermis bezoekt, verandert dat. Het tempo komt iets op gang, de scènes voelen levendiger, en je merkt dat de emoties van de personages steeds beter overkomen. Vanaf dat moment raakt de film je meer en begint het verhaal echt binnen te komen.
De rol van Mark Kerr lijkt Johnson op het lijf geschreven. Zijn fysieke kracht en ervaring in de vechtsport (al is WWE twijfelachtig als referentie) helpen daarbij, maar zijn persoonlijke interesse in Kerrs verhaal speelt minstens zo’n rol: al sinds 2019 zocht hij contact met de Safdies over een mogelijke verfilming. Nu kan hij eindelijk de rol spelen die op hem lijkt te zijn geschreven. Dwayne Johnson geeft zich helemaal voor de rol, en dat zie je op het scherm. Hij acteert goed, de klik met Emily Blunt als Dawn voelt echt, en vooral in de ring laat hij zien hoe hard hij heeft getraind.
Emily Blunt ziet er helemaal anders uit als Dawn: spraytan, opgestoken haar, push-up-bh, nagels, andere kleren en kauwgom maken haar bijna onherkenbaar. Voor Blunt is dat geen probleem; ze leeft helemaal in haar rol. Complimenten aan het make-up- en haarteam en de kostuums voor deze grote verandering. Helaas krijgt Blunt niet genoeg tijd om Dawn echt een eigen karakter te geven. Ze is vooral een spiegel voor Kerr en laat weinig van haar eigen gevoelens zien. Safdie kiest voor realisme: het camerawerk voelt bijna als een documentaire en de MMA-gevechten zijn echt, maar daardoor weet je soms niet goed of dit een film of een documentaire wil zijn.

Toch werkt The Smashing Machine voor het grootste deel. De film laat goed zien hoe zwaar het kan zijn voor je lichaam en geest, al blijft het gevoel dus soms wat vlak. Het verhaal gaat over huiselijk drama, sportcomeback en ook verslaving, roem en hoe we kijken naar sporthelden. Door het afstandelijke camerawerk sta je nooit echt in de ring, en zie je belangrijke momenten uit Kerrs leven voorbijgaan, zonder dat er veel lijkt te veranderen.
Toch is het een sterke en bijzondere film. Safdie laat zien dat geweld en machismo ook kwetsbaar en menselijk kunnen zijn. Johnson laat hier voor het eerst echt zijn kwetsbare kant zien en doet dat heel goed. Ook de color grading verdient een compliment. Het doet inderdaad denken aan The Apprentice, maar sluit hier perfect aan bij de sfeer van de late jaren ’90 en vroege jaren 2000 en versterkt zo het verhaal.
Ik heb van de film genoten, al laat hij op enkele punten ruimte voor verbetering. Daarom geef ik The Smashing Machine een ruime 3,5 ster.
Recensie (Jeroen):
Op 22 oktober mocht ik, Jeroen, bij de persvoorstelling van The Smashing Machine zijn. Van tevoren had ik best wat verwachtingen, vooral omdat deze film werd geprezen als de eerste écht serieuze rol van Dwayne ‘The Rock’ Johnson. Daarnaast heb ik een zwak voor sportfilms, dus mijn nieuwsgierigheid was al snel gewekt. In deze recensie vertel ik wat ik van de film vond en of hij aan mijn verwachtingen wist te voldoen.
Zoals altijd beginnen we met het verhaal. Dwayne Johnson vertolkt oud-worstelaar Mark Kerr, die aan het begin van zijn carrière een snelle opmars maakte en aan de wieg stond van wat we nu kennen als MMA-gevechten. In de film zien we hoe Mark niet alleen in de ring worstelt (pun intended), maar ook met zijn pijnstillerverslaving en zijn relatie met vriendin Dawn. Je volgt Mark door zijn gehele carrière heen. Wat er voor de rest precies in deze film gebeurt, zul je zelf in de bioscoop moeten ervaren.

Het verhaal vond ik erg interessant, juist omdat ik vooraf niets wist over deze man en zijn leven. Daardoor leefde ik echt met hem mee en hoopte ik dat hij zowel in zijn carrière als in zijn persoonlijke leven zou slagen. Tegelijkertijd volgt de film wel de bekende ‘biopic’-formule, maar dat stoorde me eigenlijk niet. Het wordt allemaal zo boeiend en vermakelijk verteld dat ik daar tijdens het kijken geen moment bij stilgestaan heb.
Het acteerwerk vond ik erg goed, vooral van Dwayne Johnson en Emily Blunt, zowel in hun gezamenlijke scènes, als wanneer ze afzonderlijk in beeld waren. De chemie tussen hen voelde oprecht en gaf de film emotionele kracht.
Mijn enige echte kritiekpunt op het acteren is dat Dwayne’s rol enigszins ‘veilig’ aanvoelt als zijn eerste serieuze acteerprestatie. Dat komt waarschijnlijk doordat hij zelf een achtergrond als worstelaar heeft, waardoor de rol hem van nature goed ligt, maar dat neem ik hem zeker niet kwalijk.
Wat ik wél miste, was wat meer achtergrond over de personages. Ik had graag meer willen weten over waar ze vandaan kwamen, hoe hun jeugd eruitzag en wat hen precies tot dit punt in hun leven heeft gebracht.

Ook de cinematografie vond ik vaak erg goed werken. Er worden namelijk interessante keuzes gemaakt op dat vlak, vooral in de afwisseling tussen afstandelijke en persoonlijke cameravoering. Zo is er een scène waarin Mark en Dawn samen buiten lopen, terwijl de camera hen op afstand volgt, je hoort niet precies wat ze zeggen, maar je voelt de sfeer tussen hen. Even later, tijdens de gevechten, zit de camera juist weer heel dichtbij, waardoor je de intensiteit en emoties van de personages van dichtbij meemaakt. Die afwisseling tussen afstand en nabijheid vond ik bijzonder effectief en goed uitgevoerd.
Als conclusie kan ik zeggen dat ik dit een erg goede en vooral interessante film vond. Ik ben blij dat ik nu meer weet over het leven van deze man, en dat ik dankzij deze film ook de sport meer ben gaan waarderen. Wat me positief verraste, was dat het einde anders uitpakte dan ik van tevoren had verwacht.
Hoewel ik me uitstekend heb vermaakt en de film over het algemeen sterk vond, miste ik toch iets, misschien ging ik er met iets te hoge verwachtingen in. Dat ligt echter meer aan mij dan aan de film zelf. Ik raad deze film dan ook zeker aan, vooral aan wie geïnteresseerd is in deze sport en/of in het verhaal van Mark Kerr. Daarom geef ik de film 4 sterren.
- Jeroen Kok
- Reacties
Gerelateerde Berichten:
Op 1 oktober mocht ik aanwezig zijn bij de persvoorstelling van de nieuwe Tron-film: Ares. Van tevoren had ik geen specifieke verwachtingen, omdat ik